14.1 Aansprakelijkheid en procedures

Wat te doen bij aanrijding tijdens examen

Na een aanrijding tijdens het examen vult de examinator het formulier ‘aanrijding/schade tijdens examen’ in, ongeacht of er zichtbare schade is. De voorzijde van dit formulier vult hij in tweevoud in. Aan de onderzijde maakt hij een situatieschets. Het origineel geeft hij aan de opleider.

Op de kopie beschrijft de examinator aan de achterzijde de toedracht van de aanrijding. Vervolgens stuurt hij een kopie naar de divisie Rijvaardigheid en de afdeling Juridische zaken van het CBR.

Illustratief formulier aanrijding/schade tijdens het examen

Afbeelding: formulier aanrijding/schade tijdens examen

Getuigenverklaring

Als de opleider of de verzekeringsmaatschappij een schriftelijk verzoek bij het CBR indient om een getuigenverklaring te verstrekken, geeft het CBR aan zo’n verzoek gevolg op basis van wat op de achterzijde van het aanrijdingsformulier is gesteld.

Is een opleider van mening dat de examinator of het CBR aansprakelijk is voor de ontstane schade, dan moet de examinator c.q. het CBR aansprakelijk worden gesteld door de opleider of diens verzekeringsmaatschappij. Bij aanrijdingen/schades neemt het CBR dus niet zelf het initiatief. Dit gebeurt alleen naar aanleiding van een schriftelijk verzoek.

Wie is bestuurder?

Het feit dat de examinator in het Wegenverkeersrecht als ‘juridisch bestuurder’ geldt, leidt in de praktijk tot het misverstand dat de examinator dan ook als ‘bestuurder’ in het civiele recht zou moeten worden gezien. De werkelijkheid is dat de kandidaat de bestuurder is, terwijl de examinator ‘inzittende’ of ‘getuige’ is. Een eventuele schade met de lesauto zal dan ook zoveel mogelijk moeten worden afgehandeld door de werkelijke bestuurder. Deze zal ook het Europees schadeformulier voor de melding aan de verzekeringsmaatschappij moeten ondertekenen.

Aansprakelijkheid

Als de schade is toegebracht door de examenauto, rijst de vraag wie die schade juridisch heeft toegebracht en dus moet betalen. In het algemeen is dat degene die de examenauto daadwerkelijk bestuurde: de kandidaat. Zijn aansprakelijkheid wordt gedekt door de WA-verzekering die de eigenaar voor die auto heeft moeten afsluiten vanwege de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM).
Het CBR heeft zijn aansprakelijkheid contractueel beperkt via de overeenkomst tussen CBR en opleider. Daarin is vastgelegd dat het CBR slechts aansprakelijkheid erkent voor schade tijdens een examen in het geval er sprake is van opzet of grove schuld van de kant van de examinator.
Van grove schuld kan pas gesproken worden als er een zekere bewustheid of wetenschap is dat een bepaald handelen van de examinator tot schade zal leiden. Het gaat dan om een reële kans op schade. Tijdens een examen valt hierbij te denken aan onoplettendheid, wanneer de examinator tijdens het rijden zou telefoneren of papieren doorneemt. Dit zijn handelingen die niet alleen los staan van het rijexamen, maar waarbij ook juist de aandacht van de examinator onvoldoende op de verkeerssituatie en het handelen van de kandidaat is gericht.

Uitslag examen na aanrijding

Als tijdens een examen een aanrijding heeft plaatsgevonden, verzendt de examinator bij een geslaagde kandidaat de Verklaring van rijvaardigheid niet naar de RDW maar samen met een rapportage naar het de divisie Rijvaardigheid van het CBR.

Na afhandeling hiervan kan de betreffende kandidaat het rijbewijs aanvragen bij de gemeente waar hij staat ingeschreven.

Verzekering

Om ongemak voor de rijschool te voorkomen, adviseert het CBR een WA-casco-verzekering.

Tijdens het rijexamen wordt de examinator geacht de kandidaat de 'ruimte' te geven. Die moet zelfstandig rijden en tonen wat hij kan.
Alleen wanneer de examinator aantoonbaar zelf een grove fout maakt, is het niet redelijk om dit risico bij de rijschool te leggen. Dan moet de examinator en dus het CBR zelf de lasten dragen.

Boete tijdens het rijexamen

Het CBR is niet de kentekenhouder van de auto, terwijl de examinator als juridisch bestuurder tijdens het examen wel verantwoordelijk wordt gehouden voor begane overtredingen.
Een bekeuring die tijdens een examen wordt gegeven, wordt betaald door de kentekenhouder, de opleider. Daarna kan de opleider deze bekeuring bij het CBR declareren door deze rechtstreeks te sturen naar CBR afdeling secretariaat Rijvaardigheid, Postbus 4046, 6803 EA Arnhem, onder vermelding van examendatum, examenplaats, de naam van de betrokken kandidaat en de naam van de examinator. Vanuit het secretariaat vindt verdere afhandeling plaats. Betaal op tijd, het CBR vergoedt geen verhogingen.
Een bekeuring wordt niet aan de betreffende examinator afgegeven.

Snel zoeken