Vooraf aan hun praktijkexamen kunnen kandidaten van de categorieën B, BE en AVD een tussentijdse toets doen. Deze toets moet gezien worden als onderdeel van de rijopleiding. Deelnemers aan de toets dienen niet langer dan een jaar en zes maanden tevoren geslaagd te zijn voor het theorie-examen van de betreffende categorie. Daarnaast dienen zij in het bezit te zijn van een door het CBR toegestaan identiteitsbewijs. Het beste moment voor de toets is wanneer de kandidaat ongeveer tweederde van de rijopleiding gevolgd heeft. Tijdens de toets komen de zaken aan de orde die onderwerp van beoordeling zijn tijdens het praktijkexamen. De examinator treedt bij de toets op als adviseur. In samenspraak met kandidaat en instructeur draagt hij eraan bij, dat in het resterende deel van de opleiding aandacht wordt besteed aan zaken die tijdens de toets nog niet op het examenniveau waren. Voor het aanvragen van een tussentijdse toets voor de categorie B moet een kandidaat zijn rijschool machtigen (dit met uitzondering van een toets vooraf aan een nader onderzoek rijvaardigheid). De rijschool kan een toets voor de categorie B alleen maar reserveren op naam van de kandidaat. De voertuigeisen die gelden voor examenvoertuigen (zie hoofdstuk 11 van dit vademecum) zijn ook van toepassing op voertuigen voor de tussentijdse toets. |