Bij bepaalde medische aandoeningen vraagt de beoordeling van de rijgeschiktheid om een nader onderzoek door een medisch specialist, zoals een oogarts of neuroloog. Dit gebeurt volgens de wettelijke Regeling Eisen geschiktheid 2000. De kandidaat krijgt na binnenkomst van de Gezondheidsverklaring daarover zo spoedig mogelijk bericht. Vervolgens is het mogelijk dat uit de medische gegevens blijkt dat er sprake is van functiestoornissen die een negatieve invloed kunnen hebben op het rijgedrag. De medische adviseur vraagt dan aan een deskundige praktische rijgeschiktheid van het CBR om een onderzoek in de vorm van een rijtest. Voor meer informatie over de rijtest zie hoofdstuk 13.7. De medisch adviseurs en deskundigen praktische rijgeschiktheid van het CBR vormen samen de divisie Rijgeschiktheid. Samen onderzoeken en beoordelen zij of de kandidaat medisch en praktisch geschikt is voor het besturen van motorrijtuigen.
|