Het CBR heeft een document gemaakt voor de verklaring van de werking van het motormanagement. De originele moet in het examenvoertuig liggen. Een foto, scan of kopie vinden we niet goed. Een door de rijschool zelf geprinte versie is alleen geldig als de verklaring door de importeur digitaal is ondertekend en voorzien van een stempel. Een verklaring werking motormanagement mag alleen worden afgegeven door de importeur en niet door een dealer of andere partij. Dealers en importeurs kennen de procedure van het aanvragen en verstrekken van een verklaring werking motormanagement. Ter controle dient een importeur altijd een kopie van een afgegeven verklaring werking motormanagement naar de ‘commissie toelating examenvoertuigen’ te sturen. De verklaring moet (nagenoeg) volledig zijn ingevuld. In uitzonderlijke gevallen mogen alleen de velden ‘Typegoedkeuring’, ‘Type variant D2 van’ en/of ‘Type variant D2’ leeg zijn, mits dit overeen komt met de gegevens op de kentekencard van het voertuig én de database van de RDW op https://ovi.rdw.nl/. De examinator kan dit controleren. In de verklaring werking motormanagement verklaart de importeur het volgende: Het voertuig voldoet aan de toelatingscriteria in de Regeling voertuigen van de Wegenverkeerswet 1994 om toegelaten te worden tot de openbare weg. Het voldoet ook aan de onderstaande voorwaarden om gebruikt te kunnen worden als les- en/of examenauto met een automatische transmissie.
- Voertuigen met verbrandingsmotor: als tijdens ingedrukt gaspedaal geremd wordt en/of als deze situatie voortduurt, zal het motorvermogen direct en automatisch teruggeregeld worden naar nullast (stationair toerental).
Elektrisch aangedreven voertuigen: als tijdens ingedrukt acceleratiepedaal tegelijkertijd geremd wordt en/of als deze situatie voortduurt, zal het remvermogen het motorvermogen zodanig overstijgen dat er tenminste met de wettelijke minimale remvertraging een noodstop uitgevoerd kan worden.
- Alle wettelijk verplichte technische voorzieningen zoals verlichting, claxon, richtingaanwijzers en remlichten blijven in werking en kunnen indien nodig ingeschakeld worden, gedurende de fases genoemd onder punt 1 hierboven.
|