12.5 Aanvullende voertuigeisen categorie B

1. De auto is verzekerd als les- en examenvoertuig.
   
2. De auto heeft achterruitverwarming.
   
3. De auto is voorzien van een camera-monitorsysteem of een tweede binnenspiegel waarmee de examinator het weggedeelte achter het voertuig kan overzien. De tweede binnenspiegel voldoet aan de volgende eisen:
   • De minimumafmeting van het spiegelglas is 5,5 x 12,5 cm.
     
   • De spiegel is voldoende af te stellen.
     
   • De spiegel belemmert het zicht door de voorruit niet te veel, zodat de examinator zijn zitpositie niet hoeft te veranderen om door de voorruit te kijken.
     
   • De spiegel geeft geen vergrotend of verkleinend beeld van het weggedeelte achter de auto.
4. De auto is voorzien van een navigatiesysteem waarvoor het volgende geldt:
   • Een mobiele telefoon of tablet met hierop een navigatieprogramma/-app wordt ook gezien als navigatiesysteem.
     
   • Het apparaat wordt niet geplaatst tussen de airbag en de examinator en het belemmert de examinator niet in zijn bewegingen.
     
   • Als het geluid is ingeschakeld, worden de origineel in het systeem aanwezige standaardstemmen gebruikt.
     
   • Waarschuwingssignalen voor radarverklikkers zijn uitgeschakeld.
     
   • Er komen geen signalen voor die verstorend kunnen werken (appjes, inkomende telefoontjes, pop-ups, enzovoort)
5. De auto is voorzien van het wettelijk voorgeschreven L-bord. Dit bord is in verticale stand geplaatst op het dak van het motorvoertuig en zodanig vastgemaakt, dat het niet door (rij)wind of op een andere manier kan losraken. De afmetingen van de L-aanduiding voldoen aan de wettelijke eisen.
   De L-aanduiding mag een onderdeel vormen van een rijschoolnaam(reclame)bord, dat goed is vastgemaakt op een verticaal vlak en volgens de bepalingen over afmetingen. Het L-bord is in verticale stand en haaks op de lengteas van het voertuig aanwezig. Het is zowel aan de voor- als achterzijde goed zichtbaar. Eventuele dak(reclame)borden zijn zodanig vastgemaakt dat zij niet door de (rij)wind of op een andere manier kunnen losraken.
   Op (het dakbord van) het examenvoertuig staat de naam vermeld van de opleider via wie dit praktijkexamen is aangevraagd. Bij examens in de categorie B is slechts één rijschoolnaam op het examenvoertuig toegestaan. Deze naam is naar het uitsluitende oordeel van het CBR prominent aanwezig ten opzichte van andere uitingen die op het voertuig zijn geplaatst. De naam van de opleider die het examen heeft aangevraagd, moet overeenstemmen met de naam op het examenvoertuig en met de naam waaronder de opleider bij het CBR is ingeschreven.
   
6. Het voertuig is voorzien van zowel een tweede linker- als een tweede rechterbuitenspiegel, of van camera-monitorsystemen, waarmee de examinator de weggedeelten links en rechts naast en achter het voertuig kan overzien. Meer informatie over de eisen die het CBR aan opzetspiegels en camera-monitorsystemen stelt, vindt u hieronder.
   
7. Het voertuig is voorzien van tenminste vier portieren.

1. De spiegel is goedgekeurd door de commissie toelating examenvoertuigen (CTE).
   
2. De bolling (‘sferische waarde’) bedraagt niet minder dan 1.200 millimeter.
   
3. De spiegel heeft minimaal de volgende afmetingen:
   • Op het hoogste punt minimaal 7 centimeter hoog.
     
   • De minimale breedte hangt af van de bolling (zie volgende punt).
     
   • De spiegel hoeft niet over de gehele breedte 7 centimeter hoog te zijn en/of over de gehele lengte 7 centimeter breed te zijn. Wel moet in het spiegeloppervlak een rechthoek passen. De hoogte van de rechthoek is 4 centimeter. De breedte van deze rechthoek hangt af van de bolling van de spiegel:

     Bolling spiegel	Breedte rechthoek
     1.200 milimeter	7,09 centimeter
     1.300 milimeter	7,35 centimeter
     1.400 milimeter	7,58 centimeter
     1.500 milimeter	7,8 centimeter

     
     

Een overzicht van de door het CBR goedgekeurde spiegels staat in de Beoordeling examenvoertuigen categorie B, waarvan de CTE elke twee maanden een nieuwe versie publiceert.

1. De camera-monitorsystemen zijn door de fabriek ingebouwd en daarmee voorzien van typegoedkeuring. Als een systeem achteraf wordt ingebouwd, moet een nieuwe typegoedkeuring worden aangevraagd bij de RDW.
   
2. Het systeem is goedgekeurd door de commissie toelating examenvoertuigen (CTE). Zie hiervoor de ‘voorbehouden’ per examenvoertuig in de Beoordeling examenvoertuigen categorie B.
   
3. De examinator heeft voldoende zicht in en op de schermen van de camera-monitorsystemen. Als dit niet het geval is, kunnen alsnog één of twee opzetspiegels worden geëist. Zie hiervoor de Beoordeling examenvoertuigen categorie B.
   .